Stap 2 – Optas-1 Plus

Wat?
Aanvulling van 7,25% op maximaal 15.000 euro van het Optas-1 pensioen dat tot aan 1998 is opgebouwd bij Optas Pensioenen (nu Aegon).

Voor wie?
(Oud)kantoormedewerkers met Optas 1-pensioen.

Wanneer?
Mei 2012. Met terugwerkende kracht tot 1 juli 2011..

Optas 1-pensioen

Stap 2 is definitief gezet en afgewikkeld. 

In 2012 kreeg u een brief van Aegon en Stichting Vermogensbeheer. Hierin staat een nieuw polisnummer. Dit is een apart nummer. Het verwijst alléén naar de aanvulling van 7,25%.

Wilt u de aanvulling vergelijken met het door u opgebouwde pensioen per 31 december 1997? Pak de polissen van 1997 en 1998 erbij en kijk bij ‘opgebouwde waarde’ (niet bij ‘verzekerd bedrag’).

Deelnemer

Ik ben met pensioen

U krijgt een aanvulling van 7,25% op maximaal 15.000 euro van uw oude Optas 1-pensioen. Hierdoor ontvangt u levenslang elke maand een hogere uitkering.

Ik ben nog niet met pensioen

Dankzij de aanvulling van 7,25% op maximaal 15.000 euro van uw oude Optas 1-pensioen krijgt u, vanaf uw pensionering, levenslang elke maand een hogere uitkering.

Nabestaande of Ex-partner

Mijn partner is overleden, ik sta geregistreerd als zijn nabestaande

U krijgt levenslang een Optas/Aegon-nabestaandenpensioen dat hoger is (zie Pensioenreglement Optas). Kinderen krijgen tot hun 18de verjaardag een hoger (half)wezenpensioen.

Mijn partner en ik zijn uit elkaar, maar ik kan aantonen dat ik recht op een deel van zijn PVH-pensioen

Als u voor 1 januari 1998 al een bijzonder partnerpensioen van Optas/Aegon ontving, dan krijgt u na het overlijden van uw ex-partner een hoger partnerpensioen.

Veelgestelde vragen

Waarom liet Stap 2 zo lang op zich wachten?

(Oud)kantoormedewerkers hebben opeenvolgende pensioencontracten, die sterk van elkaar verschillen: gedeeltelijk volgens de eindloonregeling, gedeeltelijk volgens de middelloonregeling en gedeeltelijk via een kapitaalverzekering.

Deze contractgegevens zijn voor de hele groep (circa tienduizend personen) in kaart gebracht. Daardoor kreeg Aegon zicht op wat iedereen op de peildatum (31-12-1997) op zijn of haar naam had staan. Pas toen kon het definitieve aanvullingspercentage worden vastgesteld: 7,25%.

Daarna had Aegon nog vele maanden de tijd nodig om de aanvullingen te verwerken in de uitkeringen aan gepensioneerden en in de pensioenopbouw van alle werkende collega’s.

Waarom is er onderscheid tussen individuele en collectieve waardeoverdracht?

De aanvulling geldt uitdrukkelijk alleen voor kantoormedewerkers die tot aan 1998 pensioen hebben opgebouwd bij Optas Pensioenen NV en voor wie Optas/Aegon nog altijd dat pensioen beheert. Wie individueel bij Optas Pensioenen is weggegaan, deed dat uit eigen keuze.

Maar als een werkgever overstapt naar een andere verzekeringsmaatschappij worden alle pensioenen van alle werknemers verplicht overgedragen. Dan is er sprake van collectieve waardeoverdracht en valt er voor de individuele werknemer niets te kiezen. Daarom geldt de regel: wel een aanvulling bij collectieve waardeoverdracht, géén aanvulling bij individuele waardeoverdracht.

Dezelfde regel is toegepast in Stap 1. Operationele collega’s die vrijwillig naar een ander pensioenfonds of een andere verzekeringsmaatschappij zijn gegaan, hebben géén aanvulling gekregen.

Waarom die verschillende bedragen voor operationeel en kantoorpersoneel (Stap 1 en 2)

In feite is er in totaal niet 225 miljoen maar 300 miljoen naar operationele (oud)medewerkers uit de PVH-tijd gegaan. Want in de derde stap verbeterde de pensioenregeling B van actieve operationele medewerkers. Dat waren allemaal mensen die ook al in de havens werkten in de periode van het Pensioenfonds PVH.

Inderdaad, het lijkt veel, 300 miljoen in vergelijking met de 30 miljoen die werd uitgetrokken voor (oud)medewerkers met een kantoorfunctie.
Toch kregen beide groepen naar verhouding evenveel.

Het verschil zit namelijk in de opgebouwde pensioenreserves. De gezamenlijke pensioenreserve van de operationelen was tien keer zo groot als de gezamenlijke reserve van het kantoorpersoneel. Om die reden was ook het totale verbeteringsbedrag tien keer zo groot.

Mijn pensioenverzekering liep/loopt niet meer bij Optas. Krijg ik nu wel of niet een aanvulling?

De aanvulling geldt voor het Optas Pensioen 1 zoals dat op 31-12-1997 was opgebouwd bij Optas Pensioenen NV én dat nu nog steeds bij Optas/Aegon verzekerd is. U komt dus niet voor aanvulling in aanmerking als u uw Optaspensioen hebt ondergebracht in een andere pensioenregeling, of bij een andere verzekeringsmaatschappij of bij een ander pensioenfonds.

Op deze regel geldt slechts één uitzondering: U krijgt de aanvulling namelijk wel als uw bedrijf op of na 1 januari 1998 als geheel is overgestapt naar een andere regeling of verzekeringsmaatschappij (collectieve waardeoverdracht).

In dat geval krijgt u de aanvulling straks uitbetaald via die ‘nieuwe’ verzekeringsmaatschappij.

Waarom geldt er een plafond van 15.000 euro?

De Stichting heeft gekozen voor een aanvullingssysteem dat is gebaseerd op gelijkheid en solidariteit. Een zeer kleine groep oud-kantoormedewerkers beschikt over een zeer grote pensioenopbouw. Het laten meetellen van die uitzonderlijk grote bedragen vergt miljoenen van het totale budget. Daardoor zou het aanvullingspercentage voor de gehele groep oud-kantoormedewerkers uiteraard veel lager zijn uitgevallen.

Daarom geldt een plafond dat aansluit bij de gemiddelde pensioenopbouw van de hele groep. Zodat er evenwicht is in de verdeling binnen de groep.

Over welk bedrag wordt de aanvulling berekend?

De stand van het door u opgebouwde pensioen in Optas-1 per 31-12-1997 geldt als uitgangspunt. Dat bedrag – tot een plafond van 15.000 euro bruto per jaar – krijgt een aanvulling van 7,25%.