Het conflict met Aegon ging over het 'beklemde vermogen' van het vroegere Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven (PVH).
PVH werd in 1948 opgericht voor de oudedagsvoorziening van werknemers en werkgevers in de bedrijfstak.
In 1998 fuseerde dit fonds met Optas Pensioenen, verzekeringsbedrijf van aandeelhouder Stichting Optas.
Eind 2007 verkocht Stichting Optas haar verzekeringsbedrijf aan Aegon, dat zo het beheer verkreeg over de pensioenregelingen van havenbedrijven.
Het conflict ging niet over de pensioenregelingen maar over het vermogen dat het concern in handen kreeg. Want dat was het vermogen van PVH, opgebouwd met pensioengelden van werkgevers en werknemers van havenbedrijven.
Bij de overgang van PVH naar Optas was dat vermogen door de rechter 'beklemd'. Hiermee werd vastgelegd dat het alléén mocht worden gebruikt voor de pensioenvoorzieningen in de havens. AEGON erkende deze beklemming. Maar het hield jarenlang vol dat het niet verplicht was om het vermogen dan ook daadwerkelijk aan de havenpensioenen te besteden.
Uiteindelijk, in 2014, werd een principeakkoord bereikt dat definitief werd in april 2015. Aegon draagt circa 188 miljoen euro bij aan het verbeteren van de pensioenen in de havens. Samen met de 500 miljoen euro van Stichting Optas komt dat neer op 688 miljoen euro. Ter vergelijking: de waarde van het ‘beklemde vermogen’ was eind 1997 (bij de overgang van PVH naar Optas) 450 miljoen euro.
Artikelen
- Super User
- Over Stichting Vermogensbeheer en Stichting Belangenbehartiging
- Hits: 2043
Waarover ging het conflict met Aegon?